De Kilimanjaro is een flinke berg, waarvan de top op 5895m hoogte ligt. Je zorgt dus best voor enige voorbereiding alvorens je eraan begint. In mijn ogen vergt het beklimmen van de Kilimanjaro niet zozeer fysieke voorbereiding, maar wel praktische en vooral mentale voorbereiding. In deze blogpost lees je alles over mijn voorbereiding op de beklimming van de Kilimanjaro gedurende de zes maanden die eraan vooraf gingen.
Wat kost het om de Kilimanjaro te beklimmen?
Hoe je het ook draait of keert, je reis naar het hoogste punt van Afrika wordt sowieso een dure onderneming. Het eerste dat je dus moet doen is de nodige centjes bij elkaar sparen. Ga ervan uit dat de prijs voor de trekking zelf ergens tussen de 1200 en 2200 euro schommelt. Een groot deel daarvan omvat de fee die moet betalen aan de overheid van Tanzania om toegang te krijgen tot het nationaal park, maar ook een plekje op de camping kost geld, de lonen van het team dragers en gidsen, een budget voor reddingsoperaties, verwachte fooien,…
Daarnaast moet je natuurlijk nog een vliegticket kopen, een hotel boeken waar je voor en na de trekking gaat verblijven, en mogelijks moet je ook nog wel wat investeren in nieuw materiaal: wandelschoenen, een slaapzak, trekkingkleding,…
Als je de totale kost van je reis wat wil drukken, dan raad ik je aan te besparen op je vlucht en op hotels, maar niet op de trekking zelf. Er zit soms een serieus prijsverschil op wat verschillende reisorganisaties aanbieden, maar weet dat die besparing ergens zit waar je het echt gaat voelen, bv. in de kwaliteit van het eten dat je onderweg krijgt of de staat van de tenten en slaapmatjes die de organisatie aanbiedt. Goed eten en slapen is erg belangrijk tijdens je beklimming! Bovendien beknibbelen de goedkopere aanbieders vaak ook op de lonen en uitrusting van de dragers, terwijl die een keiharde job hebben en sowieso al een erg laag standaardloon hebben. Zonder die mannen ga je het echt niet redden, dus is maar net zo correct om dan ook te kiezen voor een organisatie die hen naar behoren vergoedt, vind ik.
Ikzelf heb de trekking met G Adventures gedaan, een internationale reisorganisatie. Zij bieden de beklimming van de Kilimanjaro aan via elke mogelijke route en hebben een quasi wekelijks vertrek in het hoogseizoen. Ze werken ook steeds met mensen ter plaatse, dus ondersteunen op die manier de lokale tewerkstelling. Ik was op alle vlakken erg tevreden over deze organisatie: de gids was gewoonweg fantastisch, het eten was onwaarschijnlijk lekker en al het materiaal was prima in orde. Er werd ook erg goed gewaakt over het welzijn van de ganse groep. Bovendien draagt G Adventures echt wel zorg voor zijn personeel: alle dragers beschikken over bergschoenen en warme kledij, en ook het onderlinge groepsgevoel wordt gestimuleerd. Ze worden bij G Adventures trouwens geen dragers genoemd, maar “G fighters”. Zeg nu zelf, dat klinkt toch best wel stoer? Ik heb me ook laten vertellen dat ze bij G Adventures een iets hoger loon krijgen dan bij de meeste andere organisaties.

Welke route naar de top kies je?
Eén van de keuzes die je zal moeten maken tijdens je voorbereiding van de beklimming van de Kilimanjaro is via welke route je naar de top wil lopen. Er zijn maar liefst 7 verschillende routes: Marangu, Machame, Lemosho, Shira, Rongai, Northern Circuit en Umbe. De routes verschillen van elkaar op verschillende punten: het aantal dagen tot je de top bereikt, de zwaartegraad van de route, de flank waarlangs je start,… Maar van sommige routes wordt ook gezegd dat ze veel mooier zijn dan anderen, en daardoor zijn er bepaalde een pak populairder (en dus ook toeristischer – lees drukker).
Ikzelf heb gekozen voor de Machame-route, ook wel de Whiskey-route genaamd. Dat is één van de populairste routes, maar dat is eigenlijk ook de reden waarom ik ze gekozen heb: de route is populair omwille van de spectaculaire uitzichten en het feit dat je via een andere route omhoog en omlaag wandelt, waardoor je meer afwisseling hebt. Mijn redenering was immers dat er steeds een kans bestond dat ik de top niet zou halen, en zo had ik tenminste in de dagen eraan voorafgaand ook een paar schone dingen gezien. Kwestie van niet al te teleurgesteld te zijn als ik het dus niet zou halen. Het idee zat goed, alleen wist ik toen nog niet dat ik me de eerste dagen zo ziek zo voelen dat de panoramische uitzichten een beetje aan mij voorbij zouden gaan. 😊
Ik ben achteraf nog steeds blij met mijn keuze voor de Machame-route, want bepaalde kampplaatsen waren echt wel spectaculair. Alleen zou ik misschien toch opteren voor die extra acclimatisatiedag die je kan voorzien op deze route, waardoor je iets meer tijd hebt om te wennen aan de grote hoogte en minder last krijgt van hoogteziekte.
Hoe bereid je je fysiek voor?
Van de Machame-route wordt gezegd dat ze een hogere moeilijkheidsgraad heeft dan andere routes, vooral omdat het lange stapdagen zijn en het pad soms moeilijker begaanbaar is. Ik vond dat persoonlijk meevallen. Met uitzondering van de nacht waarop we de beklimming naar de top aangevat hebben, summit night, hebben we volgens mij nooit langer dan 6 à 7u gewandeld, en steeds op een erg rustig tempo. Af en toe loop je op rotspaden en moet je een beetje uitkijken waar je je voeten zet, maar op geen enkel moment heb je klimervaring nodig.
Ik heb zelf op sportief vlak eigenlijk niet speciaal getraind met het oog op deze trekking, ik heb enkel mijn basisconditie wat proberen optimaliseren. Ik ga het ganse jaar door gemiddeld 1 à 2 keer per week spinnen, dat heb ik dus in de maanden voorafgaand aan deze reis ook gedaan. Dat was meteen ook mijn enige voorbereiding voor deze beklimming van de Kilimanjaro. Ik ben geen lange wandelingen gaan maken, heb geen voorbereidende trektochten gedaan, geen stairclimber-sessies in de fitness, en ben ook niet meer dan 2x per week gaan sporten. Een kanttekening hierbij is misschien wel dat ik al goed ingelopen wandelschoenen had, en dat ik op voorgaande reizen al een paar keer een meerdaagse trektocht in de bergen gedaan had, dus ik had wel al enige ervaring.
Maar met een gezonde, gemiddelde basisconditie is de beklimming van de Kilimanjaro volgens mij prima te doen. Onze ganse groep heeft trouwens de top gehaald! Wat het zo zwaar maakt, is de hoogte, maar daar kan je je niet fysiek tegen wapenen. Met een minder goede basisconditie is het wellicht ook nog steeds mogelijk, maar het voordeel van een goede conditie is dat je op geen enkel ogenblik lichamelijk gaat afzien van het wandelen. Dat is mooi meegenomen, aangezien de hoogt er flink zal inhakken en dan hoef je je alvast geen zorgen te maken over stijve spieren en andere kwaaltjes.
Op de Machame-route moet je op een bepaald ogenblik de befaamde Barrancowall over. Dat is een rotswand van 250m hoog, die je omhoog moet klauteren, en daar heb je behalve je benen ook je armen wel wat nodig om je op te trekken aan rotsen. Dan voel je opeens wel andere spieren in actie komen, maar ook hier geraak je er met een basisconditie – het is niet nodig maanden van tevoren aan gewichtheffen te gaan doen ofzo.
Waar kan je je mentaal aan verwachten tijdens die dagen op de hoogste berg van Afrika?
Kort samengevat: het leven is geen ponykamp. En al helemaal niet boven de 4500 meter.
Voor mij persoonlijk zijn het vooral de hoogte en de hoogteziekte geweest die de beklimming van de Kilimanjaro zwaar gemaakt hebben. Van zodra we de 3800m tegemoet gingen, ben ik knallende hoofdpijn beginnen krijgen. Da’s dus al op dag 2, hé. Die hoofdpijn heeft me gezelschap gehouden tot dag 5. Van zodra we de kaap van de 4500m passeerden, was ook mijn maag helemaal van slag en hoefde ik zelfs niet te eten om ergens achter de tent de ziel uit mijn lijf te staan kotsen.
We waren met 12 in onze groep, en daarvan hadden er 10 in meerdere of mindere mate symptomen van hoogteziekte (Maar niettemin, zoals ik hierboven al schreef, hebben alle 12 de top gehaald!).
Je gaat er dus best van uit dat je sowieso last gaat hebben van de hoogte en van een aantal symptomen van hoogteziekte. En dat dat dik vervelend gaat zijn. Dat is denk ik de beste mentale voorbereiding op de beklimming van de Kilimanjaro.
Wat geruststellend werkt is dat de gidsen al van tevoren voorspellen wat er gaat gebeuren en er meteen bij zeggen dat hetgeen dan gebeurt volstrekt normaal is: vanaf morgen ga je mogelijks hoofdpijn krijgen, als we straks die pas van 4600m oversteken ga je wellicht misselijk worden of gaan je darmen een beetje tilt slaan, vannacht ga je slecht slapen door de hoogte, je hebt wellicht niet veel honger meer vanaf vandaag,…
Elke avond wordt ook het zuurstofgehalte in je bloed gemeten, en je hartslag. Zolang die niet onder een bepaalde “gevarengrens” zakken, hoef je je ook niet echt zorgen te maken, en kan je het doen met een Ibuprofen tegen de hoofdpijn en iets tegen de misselijkheid.
Er bestaat medicatie die soms genomen wordt tegen hoogteziekte, zowel preventief als om de symptomen te bestrijden: Diamox. Ikzelf had Diamox mee maar heb het uiteindelijk niet genomen. Ik heb er erg veel over opgezocht, en er is in feite geen garantie dat je er geen hoogteziekte mee gaat krijgen. Ik zag bovendien ook een beetje op tegen mogelijke zware bijwerkingen, hoewel lang niet iedereen daar last van krijgt. Anderen in mijn groep namen wel Diamox, met verschillende resultaten: sommigen waren er erg goed mee, anderen waren nog zieker dan ik. Het gaat er denk ik om dat je doet waar je je zelf het beste bij voelt.
Voor mij waren die eerste dagen, met hoofdpijn en misselijkheid, mentaal het zwaarste. Ik weet dat voor de meeste mensen de nachtelijke klim naar de top het zwaarste is, maar toen we om 23u opstonden om aan de 8 uur durende beklimming van de top te starten, voelde ik me voor het eerst in dagen kiplekker. Mijn hoofdpijn was weg, ik had zelfs wat honger, ik had een paar uur kunnen slapen en de adrenaline maakte dat ik er zowaar zelfs oprecht zin in had. 😊 Let op, de uren die daarop volgden waren heftig, maar ik was zo gelukkig dat ik eindelijk geen last meer had van hoofdpijn en misselijkheid dat ik het in die roezige staat allemaal relatief gelukzalig ondergaan heb.
Voor mentale dipjes had ik een speciale playlist voorbereid in Spotify, met 4u muziek, afwisselend vrolijke deuntjes, harde rock en zachte akoestische liedjes. Die playlist stond op mijn Iphone en zette ik af en toe eens op, bijvoorbeeld tijdens het laatste (lange) half uurtje bergop alvorens we op de kampplaats aankwamen. En op summit night ben ik beginnen stappen met die muziek in mijn oren. Ik heb er niet echt bewust naar geluisterd, maar de muziek leid je wel af van het urenlange lastige stappen in het donker, en het houdt je ook wakker. Toen de zon opkwam gaf het daglicht me een nieuwe boost en heb ik de muziek afgezet. Ik had op dat ogenblik bovendien al bijna 2x na elkaar de ganse playlist gehoord. 😊
Nu ik terug thuis ben, luister ik nog af en toe naar die playlist, en dan brengt die me in gedachten altijd terug naar die uren op de berg. Een leuk neveneffect.
Een laatste tip voor als je het even moeilijk hebt: zoek steun en afleiding bij je tochtgenoten. Iedereen heeft het met momenten lastig en iedereen zit met dezelfde shit. Help elkaar waar je kan. Zoek de gangmaker van de groep op als je het even niet meer ziet zitten en luister naar zijn flauwe grappen. Ga ergens achter een groepje babbelaars lopen en volg hun gesprekken. Zelfs als je je te mottig voelt om deel te nemen aan een gesprek gaat het meeluisteren naar dat gesprek je zinnen verzetten. Deel je kwaaltjes met elkaar en zaag en klaag af en toe eens vijf minuten goed. Leg je er daarna terug bij neer dat het nu eenmaal zo is. Wees lief voor elkaar, want je moet het zes lange dagen met elkaar volhouden.
Wat me persoonlijk het meest bijgebleven is over mijn moeilijke momenten op de hoogste berg van Afrika: toen we voor het eerst op 4600m zaten en iedereen in de tent zat te lunchen, was ik naar buiten moeten spurten om er mijn 2 happen omelet uit te kotsen, terwijl ik al een ganse dag knallende hoofdpijn had. Op dat ogenblik kwam één van de gidsen naast me zitten. Hij klopte me even bemoedigend op de schouder terwijl ik nog met mijn hoofd tussen mijn benen hing en zei: “You know, try to stay positive.” Had ik me niet zo ellendig gevoeld had ik er wellicht op gereageerd met een welgemeende f*k you, maar kort daarna realiseerde ik me dat dat eigenlijk het beste advies was dat ik had kunnen krijgen. Het zit allemaal in je hoofd. Hou er de moed in, bedenk dat je iets uniek aan het doen bent, geniet van de kleine momentjes en het komt allemaal wel goed.
Praktische voorbereiding
Je moet je beklimming van de Kilimanjaro ook praktisch voorbereiden. Het juiste materiaal bij je hebben is immers superbelangrijk. Ik heb de reis eind juli gemaakt en heb erg veel geluk gehad met het weer: het heeft niet geregend, we mochten regelmatig genieten van het zonnetje, en er stond geen ijskoude wind tijdens summit night. Maar er bestaat altijd een kans dat je een fikse regenbui over je kop krijgt, en sowieso vriest het elke nacht stevig. Zorg dus dat je materiaal bij je hebt dat echt 100% waterdicht is, want eens je warme lagen nat zijn krijg je die nog maar moeilijk terug droog. Neem ook voldoende warme kledij mee én zorg voor een slaapzak die tot -15 à -20°C comfort geeft. Anderzijds is het ook zo dat je vlakbij de evenaar zit, dus de impact van de zon is veel groter dan bij ons in Europa. Daar moet je je dus ook op voorzien. In deze blogpost kan je mijn complete paklijst terugvinden.
Een laatste tip: zorg voor een keigezellig, luxueus hotel de dag na de trekking. Na minstens 6 dagen op een berg geleefd te hebben, in een klein tentje, met daarin moeite plek voor jezelf, je roommate en je bagage, zonder douche of stromend water, ga je echt wel genieten van een goed bed, een warme douche, en een cocktail met een lekker hapje erbij op het terras aan het zwembad. 😉