Apentempel Kathmandu

Nepal: 5 plekken die je zeker gezien moet hebben tijdens je reis

Wie Nepal zegt, zegt Himalaya. Maar er zijn nog zoveel meer bezienswaardigheden in Nepal, en het zou zonde zijn om voor of na je trekking niet wat extra tijd in te plannen voor een paar andere hoogtepunten. Hieronder dus mijn persoonlijke top 5 van bezienswaardigheden in Nepal!

#1 Tempelhopping: bezoek Pashupatinath en Swayambhunath, de twee heiligste plekken in Kathmandu

Aapjesdief Kathmandu
Gaan met die banaan 🙂

Pashupatinath is de belangrijkste plek voor de hindoes en Swayambhunath is één van de belangrijkste boeddhistische plekken, maar beiden hebben alvast 1 ding gemeen: de aapjes komen er zich te goed doen aan al dat lekkers dat daar geofferd wordt. Ergens in de Lonely Planet wordt aangeraden om je eten op een niet-zichtbare plek in je rugzak te stoppen.

Maar zover was ik dus nog niet op mijn eerste dag in Nepal, tot wanneer er tijdens ons bezoek aan Swayambhunath  een aapje langsheen mijn been omhoog klauterde en er doodleuk met de banaan uit het zijzakje van mijn rugzak vandoor ging. Ik begrijp nu wel waarom ze dit hier ook wel de apentempel noemen…

We hebben voor onze eerste dag in Kathmandu een gids ingehuurd die ons langsheen een aantal bezienswaardigheden loodst, en daarbij dus hopelijk ook nog iets interessants te vertellen heeft. Het is de eerste keer dat we een stadsverkenning doen met een lokale gids, meestal wandelen we zelf zomaar wat rond. Een testcase, dus.

Pashupatinath

Pashupatinath bezoeken is het eerste dat op het lijstje staat. Om één of andere reden hadden we allebei in ons hoofd dat Nepal overwegend boeddhistisch was. Niet dus. Nepal blijkt voor 80% hindoeïstisch te zijn. Oké. We voelen ons maar een beetje dom als we daar ter plekke achter komen. Maar de gids blijkt voorlopig dus geen weggegooid geld te zijn, toch niet voor ons, dombo’s. 🙂

Onze gids is zelf hindoe en vertelt onderweg in de taxi een hoop feitelijkheden over zijn religie. Officieel is het kastensysteem in Nepal afgeschaft. Maar tegelijk laat hij niet na ons verschillende keren mee te delen dat hijzelf dus tot één van de hogere kastes behoort. 🙂

Pashupathinath Kathmandu
Rommelig tempelgeheel in Pashupatinath

Pashupatinath is de belangrijkste Hindoetempel in Nepal, gelegen aan de heilige rivier Bagmati, een beetje zoals de Ganges in India. Vanaf de oever aan de overkant ziet het er allemaal nogal rommelig uit. Dat kan dan meteen wel kloppen, want Varanasi in India, de allerheiligste plek voor de hindoes, is in mijn herinnering eigenlijk ook gewoon één grote gezellige rommel.

 

De gids vestigt tijdens ons bezoek aan Pashupatinath onze aandacht op een begrafenis die bezig is aan de overkant van de rivier. Hij zegt dat we daar van dichtbij naar kunnen gaan kijken, en ook foto’s mogen nemen, en wil per se met ons de rivier oversteken om naast die rouwende familie te gaan staan.

Oké. Ik wist dan misschien tot een uur geleden nog niet dat Nepal overwegend hindoe is, maar ik weet wél dat het in India absoluut not done is om een crematie aan de Ganges te fotograferen. Ik zou het bovendien zelf ook niet bepaald prettig vinden als er een ganse meute Chinese toeristen zou binnenvallen op de begrafenis van mijn tante, om daar dan doodleuk ons verdriet te vereeuwigen op hun vakantiekiekjes.

Ik zeg hem dus dat ik dat liever niet doe, maar hij blijft aandringen en houdt vol dat het echt geen probleem is. Omdat ik zopas mijn tussendoortje kwijtgespeeld ben aan een aap ben ik intussen niet alleen ferm gejetlagd maar daarbovenop ook nog eens hangry, en zijn opdringerigheid begint me dus een beetje op de zenuwen te werken. We discussiëren nog even verder of we nu wel of niet met onze neus op die begrafenis gaan staan, maar doordat ik als Westerse toerist per definitie tot een hogere kaste behoor, delft hij uiteindelijk toch het onderspit, in deze kasteloze maatschappij. 🙂

Pashupathinath Kathmandu
Pashupatinath

Swayambhunath

Volgend tempelcomplex op het menu is Swayambhunath. De meest indrukwekkende manier om Swayambhunath te bezoeken is door langs de trappen aan de oostelijke kant naar boven te gaan, wat trouwens ook de pelgrimsroute is.

Centraal staat de typische witte stupa met het gezicht van de Boeddha erop geschilderd. Maar het is vooral het geheel dat deze tempel zo bijzonder maakt: je kan er uren ronddwalen, trapjes op, trapjes af, pleintje over, en je wordt telkens verrast door weer een ander tempeltje, een gebeeldhouwde afbeelding van een god, een plekje gehuld in 1001 gebedsvlaggetjes. Het ‘middenplein’ wordt bovendien omgeven door een paar winkeltjes, en je kan er ook gewoon gezellig een theetje drinken en even uitrusten van al dat tempelen.

Het heeft eigenlijk iets weg van een dorp in de stad. Heel indrukwekkend. We zijn de dag nadien Swayambhunath zelfs nog een tweede keer gaan bezoeken omdat we het daar zo bijzonder vonden.

En ook wel omdat je er erg mooie dingetjes kan kopen in de souvenirwinkeltjes, en we tijdens de eerste keer zo moe werden van onze gids die ons maar bleef overladen met allerlei feitelijkheden, dat we de uitstap met hem maar zo snel mogelijk afgerond hebben. 🙂

De slotsom van de gegidste dag is dus dat we wel heel wat bijgeleerd hebben, maar dat hij zoveel feiten vertelde dat we er eigenlijk niet meer van onthouden hebben dan wat hoofdlijnen, die je dus ook gewoon in een goede reisgids terugvindt. En eigenlijk vinden we het toch ook wel gewoon fijner om alleen rond te dwalen in een stad. Wat ons betreft is zo een gegidste rondleiding dus niet voor herhaling vatbaar. Hoewel het natuurlijk ’s ochtends al een beetje in de sterren geschreven stond dat het na onze begrafenisruzie niet meer echt goed ging komen tussen de gids en mezelf. 🙂

Apentempel Kathmandu

Apentempel Kathmandu

Apentempel Kathmandu

 

2# Word wakker met junglegeluiden in Chitwan national park

Chitwan is het oudste nationale park van Nepal, en betekent ‘Hart van de jungle’. En dat mag je vrij letterlijk nemen. Wij logeerden in de Sapana village lodge in Sauraha, en werden ’s ochtends gewekt door dit soort fantastische geluiden:

 

Chitwan is een oase van rust vergeleken bij Kathmandu, en dus ook de ideale plek om te genieten van het leven in de natuur. Wij bleven 2 dagen in Chitwan, en maakten een boottocht op de rivier in de vroege ochtend, een jeepsafari in de namiddag en een junglewandeling, en bezochten er ook het nabijgelegen dorpje.

Als je erg stil bent tijdens de boottocht op de rivier kan je heel wat dieren spotten. Jammer genoeg zaten we in een kano samen met een hoop Aziatische toeristen die dus niet zo vertrouwd zijn met het concept stilte. We zagen wel een paar krokodillen, herten (of toch een glimp ervan, tot wanneer ze weggegild werden door ons bootgezelschap) en heel wat exotisch gevogelte.

Chitwan krokodil
Zoek de krokodil

 

De jeepsafari dan. Die zou wellicht wel ontspannend kunnen zijn. Ware het niet dat Murphy ons dezelfde luidruchtige toeristen als vanochtend tijdens de kanotocht toebedeeld had. Het stelde ons tolerantievermogen dus wel enigszins op de proef. De neushoorn liet het echter niet aan zijn hart komen en stak op zijn dooie gemakje vlak voor onze jeep de weg over.

Neushoorn chitwan
Neushoorn op het zebrapad

 

De volgende dag stond er een junglewandeling op de agenda. Alvorens we op stap gaan wilde de gids ons toch nog kort een paar instructies meegeven, voor wanneer we opeens oog in oog zouden komen te staan met een wild dier. Iets wat daar blijkbaar wel eens wil voor vallen, als we hem mogen geloven.

Hou je vast. Hier komt het.

  • Ontmoet je een wilde beer op je pad, dan wordt aangeraden niet te gaan lopen maar zo stil als mogelijk te blijven staan. Werkt dat niet, laat je dan vallen op de grond en doe alsof je dood bent, in de hoop dat de beer dat dan ook echt gelooft.
  • Wanneer er een neushoorn op je afkomt, klim je best zo snel mogelijk in de dichtstbijzijnde boom. Een alternatief is je verstoppen achter een boom, aangezien een neushoorn in feite niet goed ziet en afgaat op de geur, en zo wellicht vooral de boom zal aanvallen in plaats van jou.
  • Mocht je het zeldzame (on)geluk hebben een tijger te kruisen: niet rennen, wel oogcontact houden en heel langzaam achteruit wandelen.
  • Zie je een olifant op je afkomen, dan zit er niks anders op dan zo hard mogelijk weg te rennen.

Euh. Wat was nu weer de beer? Lopen? Oh nee, juist, net niet. Stilstaan. En de olifant? Langzaam achteruit? Of toch maar lopen? En bij welk beest moesten we nu weer die boom in?

Na drie keer herhalen gaf ik het op. We kunnen alleen maar hopen op het beste. En dat onze gids het wel allemaal correct kan onthouden.

De moed was ons dus een beetje in de (wandel)schoenen gezonken, maar we knoopten ze nu toch maar stevig dicht en gaan op pad. De natuur is intens mooi. We kregen een lunchpakket mee en lunchten aan een meertje temidden van het woud. Tegen de middag zijn we terug in de lodge.

En nee, we hebben niet moeten lopen, stilstaan, rennen, klimmen of achteruit sluipen.

We eindigden onze dag bij de huisolifant van onze lodge (weglopen of bomen inklauteren is bij hem niet nodig), die met zijn verzorgers elke avond een badje neemt in de rivier achter de lodge. Erg leuk om te zien hoe die olifanten splashen en plezier maken in dat water! Schijnt een beetje een klassieker te zijn bij de meeste lodges in de buurt van Chitwan.

Tot slot maakten we nog een wandeling doorheen het Tharu dorpje, gelegen vlakbij onze lodge, waar je het leven op het platteland nog in zijn pure vorm kan ervaren. Perfecte afsluiter van een actieve jungle-tweedaagse in Chitwan national park.

 

Tharu dorpje chitwan

 

3# Eet momo’s, een curry en dal bhat bij locals thuis

De Nepalese keuken lijkt wat eenzijdig in gerechten, en je zou denken dat het op een bepaald moment je oren uitkomt, maar dat is dus niet zo. Hetzelfde gerecht wordt telkens anders klaargemaakt, met andere groenten en kruiden, afhankelijk van de kok in kwestie.

Ik denk dat ik zo goed als elke dag momo’s gegeten heb. Drie weken lang. Af en toe nam ik ter afwisseling eens een curry. Maar ik kon dus momo’s in alle soorten en formaten blijven eten. Zonder er ooit genoeg van te krijgen.

Dal bhat is in feite het nationale gerecht, en is een plateautje met linzensoep, rijst en groentjes. Ook altijd wel anders qua samenstelling, soms wat meer en soms wel erg karig, afhankelijk van wat ze in huis hadden op dat moment. Een beetje de Nepalese versie van ons dagmenu.

Momo’s zijn een soort deegpakketje, gevuld met een kruidige mengeling van fijngesneden groentjes en/of vlees, dat dichtgeknepen en vervolgens gestoomd wordt. Mijn persoonlijke favoriet!

Een curry is een kommetje met allemaal verschillende groentjes en eventueel tofu, vlees of vis, samengebracht in een kruidig sausje en opgediend met rijst of naan. Ik ben niet zo een fan van rijst, maar naanbrood vind ik dus overheerlijk.

Er is zo ongeveer op elke hoek in Nepal wel een restaurantje, maar de beste maaltijden waren voor mij toch die in de guesthouses tijdens de trekking: niets gaat boven homemade cooking, met de ingrediënten die er voorhanden zijn, soms zelfs nog op een primitief houten vuurtje klaargemaakt, maar o zo lekker…

4# Relax in Pokhara met pizza en een wijntje in Roadhouse

Oké, ik beken: ik heb niet elke dag momo’s gegeten. De eerste dagen na een trekking heb je gewoon zin in comfort food en een hoop verwennerij. Niet alleen in een warme douche en een zacht bed, maar ook in lekker eten en een aperitiefje erbij.

En Pokhara is gewoonweg gemaakt voor mensen die na een trekking op zoek zijn naar lekker eten en luxe. Je vindt er zo ongeveer elke mogelijke internationale keuken. En véél happy hours.

Mijn persoonlijke favoriet was Roadhouse. Ik at er een erg lekkere Italiaanse pizza. Ook hun cocktails zijn geslaagd, en ze hebben bovendien een eigen wijnmerk. En een glas (degelijke) wijn is iets dat je in Nepal niet vaak tegenkomt. Het restaurant heeft een duidelijk Europese touch, maar het resultaat mag er zijn: een lofty interieur, sfeervolle verlichting, houten afwerking, oog voor detail… De perfecte ingrediënten voor een gezellig avondje tafelen, dus.

roadhouse
© Roadhouse café

 

Pokhara
Aan het meer van Pokhara

5# Eindig je reis in schoonheid in The Inn in Patan

Patan is in feite één van de drie koningssteden, maar is qua ligging een beetje een uitloper van Kathmandu geworden. Het is er wel iets rustiger. Wij logeerden bij aankomst in Nepal in Thamel, het backpackerswalhalla van Kathmandu, maar zijn onze reis geëindigd in wat voor ons zonder twijfel het mooiste hotel van gans Nepal is: The Inn in Patan. Het hotel heeft een hoog erfgoedgehalte en is gewoon ook erg sfeervol ingericht, met mooie, natuurlijke materialen.

Durbar Square in Patan is nog steeds de moeite om te bezichtigen, ook al werd het net als Kathmandu en Bhaktapur stevig beschadigd door de aardbeving in 2015. In 2018 was er bovendien nog nergens echt veel resultaat van de heropbouwingswerken te zien.

Edoch. Een mooie en tegelijk rustgevende plek om na te mijmeren over de voorbije weken en de reis in schoonheid af te sluiten.

Hotel the inn
Onze hotelkamer in Patan
the inn patan
De reis afsluiten met een theetje op de binnenplaats van het hotel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Meer lezen over Nepal?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s